

Blogs I gepubliceerd 22 April 2025 I Dirk Hoogenboom
BIM in de Bouw – Wat de Cijfers Echt Laten Zien
Niet zo lang geleden had u op de bouwplaats genoeg aan een papieren tekening, een clipboard en een team dat wist wat er moest gebeuren. Maar wie al enige tijd in de sector werkt, merkt het verschil. Projecten worden complexer, marges krapper en de verwachtingen hoger. Klanten willen duidelijkheid. Gemeenten eisen duurzaamheid. En aannemers? Die willen efficiënter bouwen.
Daarom wint Building Information Modeling – BIM – de laatste jaren aan terrein. Nou ja, tot op zekere hoogte. Het is een tool met de belofte om problemen op te lossen, maar voor de meeste aannemers in Europa blijft het iets wat zij misschien ooit gaan gebruiken.
Laten we de basis bekijken: waar staat BIM anno 2025, wat levert het op voor wie het toepast, en waarom blijft de rest nog achter?
BIM-bewustzijn is hoog, maar gebruik blijft achter
Er gaapt een duidelijk gat tussen weten wat BIM is en het daadwerkelijk gebruiken. Bijna de helft van de aannemers in Europa – zo’n 47% – weet wat BIM inhoudt. Maar als het gaat om toepassing in projecten? Dan gebruikt slechts ongeveer 1 op de 10 aannemers het daadwerkelijk. Dat verschil – tussen bewustzijn en toepassing – zegt veel. Vergelijk het met architecten, waar 92% bekend is met BIM en maar liefst 45% het gebruikt, en het is duidelijk dat aannemers terrein moeten inhalen.
Toch zijn sommige landen voorlopers. In Nederland bijvoorbeeld is 79% van de aannemers bekend met BIM en past 42% het ook daadwerkelijk toe – verreweg het hoogste aandeel in Europa. In Spanje en het Verenigd Koninkrijk ligt het gebruik rond een kwart van de aannemers, terwijl in landen zoals Frankrijk, Italië en Polen het bewustzijn gemiddeld is, de interesse laag en het gebruik nauwelijks boven de enkele cijfers uitkomt.
Duitsland vormt een uitzondering. Daar is het bewustzijn sinds 2022 sterk toegenomen, grotendeels omdat BIM verplicht is gesteld bij publieke bouwprojecten. Toch blijft het daadwerkelijke gebruik onder Duitse aannemers laag. Hoe dat komt? Niet elke aannemer werkt aan overheidsopdrachten, en adoptie vergt tijd – zeker als men kampt met personeelstekorten, prijsdruk en voortdurend veranderende regelgeving.
Waarom gebruiken meer aannemers BIM (nog) niet?
De redenen zijn minder een kwestie van weerstand en meer van realiteit en praktische haalbaarheid.
Een bekend patroon…
Allereerst: BIM is vooral relevant bij nieuwbouw – en juist die markt staat onder druk. Door stijgende kosten, personeelstekorten en strengere regelgeving worden grote bouwprojecten minder vaak opgestart. Minder nieuwbouw betekent simpelweg minder vraag naar BIM. Voor veel kleine bedrijven loont het niet om erin te investeren als hun projecten te klein zijn (20%), als het bedrijf zelf te klein is (20%) of als het project niet die mate van complexiteit vereist. Sterker nog: 19% van de aannemers heeft aangegeven dat zij BIM überhaupt nog niet hebben overwogen.
Gebrek aan ecosysteem-afstemming
Een van de meest genoemde uitdagingen onder BIM-gebruikers is de beperkte uitwisselbaarheid. Slechts 10% van de belangrijkste projectpartners – zoals aannemers, HVAC-specialisten en elektrotechnische installateurs – maakt gebruik van BIM. Dat zorgt voor knelpunten in samenwerking. Deze mismatch leidt tot frictie, datasilo’s en dubbel werk – en dat alles ondermijnt de belofte van BIM om processen efficiënter te maken. Het is dan ook geen verrassing dat 59% van de aannemers dit als een pijnpunt ervaart.
Kosten, complexiteit en opleiding
Andere belemmerende factoren zijn de benodigde financiële investering (13%), kennis- en opleidingshiaten (9%) en de ervaren complexiteit van het systeem (7%). Simpel gezegd: veel aannemers zijn niet tegen BIM – zij zijn er gewoon nog niet klaar voor.
Wat levert BIM op voor wie het wél gebruikt?
Aannemers die al met BIM werken, melden duidelijke voordelen. Bovenaan de lijst staat efficiëntie (67%): projecten verlopen soepeler, met minder verrassingen en vertragingen. En áls er iets misgaat, worden problemen eerder ontdekt – dankzij functies zoals clash detection en hoeveelheidsbepaling (59%). Ook betere algemene projectplanning wordt genoemd (14%).
Een ander groot voordeel is de ROI. In projecten waar geen gebruik wordt gemaakt van BIM, bedragen de faalkosten – zaken die opnieuw besteld, aangepast of gesloopt moeten worden – gemiddeld ruim 11%. Met BIM daalt dat percentage tot ongeveer 7%. Aannemers die nog een stap verder gaan en gebruikmaken van geavanceerde functies zoals 4D-planning en 5D-kostenbeheer, zien die faalkosten nog verder dalen.
En dit zijn geen marketingclaims – het gaat om geverifieerde data: BIM verdient zichzelf terug. Niet van de ene op de andere dag, maar wél structureel.
Nog veel ruimte voor groei
Laten we wel zijn: de meeste aannemers die vandaag met BIM werken, benutten slechts de basisfuncties. Bijna allemaal maken zij gebruik van 3D-visualisatie (81%), 2D-tekeninggeneratie (77%) en clash detection (76%). En dat is prima – zeker als het bijdraagt aan een efficiënter proces. Maar het aantal gebruikers dat het volledige potentieel van BIM benut, is nog klein.
Slechts ongeveer een derde maakt gebruik van functies zoals 4D BIM (planningsintegratie, 28%), 5D BIM (kostenraming, 31%) of meer geavanceerde functies zoals 6D en 7D, waarin duurzaamheid en lifecycle management centraal staan.
Met andere woorden: er ligt nog veel onbenut potentieel. Deze functies zijn bij uitstek ontworpen voor aannemers, maar worden nog te weinig toegepast. Dat komt deels door de eerdergenoemde knelpunten – een gebrek aan training, gebrekkige afstemming en de complexiteit van het gezamenlijk implementeren. Zelfs binnen de groep die BIM al gebruikt, is er dus nog aanzienlijke ruimte om te groeien.
BIM is geen one-size-fits-all
De Europese bouwsector is allesbehalve uniform – en dat geldt ook voor de adoptie van BIM. In Nederland is het gebruik ervan inmiddels vanzelfsprekend. Aannemers passen BIM toe in de meerderheid van hun projecten en hebben een echte cultuur rondom het model ontwikkeld. In Spanje en het Verenigd Koninkrijk groeit het gebruik gestaag, mede dankzij een goed gevulde projectpipeline en de verschuiving naar complexer en rendabeler werk waarin de voordelen van BIM duidelijk naar voren komen. Duitsland loopt in door overheidsverplichtingen, maar in de private sector blijft de adoptie achter.
In andere landen, zoals Frankrijk, Polen en Italië, wordt BIM nog vooral gezien als iets voor de toekomst – niet als een huidige noodzaak. In Italië zegt zelfs 60% van de aannemers dat zij het nooit van plan zijn te gebruiken. Daarmee is het de meest sceptische markt, vooral vanwege de gefragmenteerde sector en het kleinschalige karakter van veel projecten.
Vooruitblik – Wat zou BIM een zet kunnen geven?
Ondanks de huidige uitdagingen staat BIM niet stil. Er zijn duidelijke drijfveren die de adoptie kunnen versnellen:
- Overheidsverplichtingen – Naarmate meer overheden BIM verplicht stellen voor publieke projecten, zullen aannemers moeten volgen om in aanmerking te blijven komen voor aanbestedingen;
- Prefabricage en industrialisatie – De opkomst van off-site bouwen en prefab vraagt om strakke coördinatie en planning. Naarmate prefab na 2024 weer aantrekt, ligt een verdere doorbraak van BIM voor de hand;
- Arbeidstekorten – Nu vakmensen steeds lastiger te vinden zijn, kijken bedrijven naar technologie om meer te doen met minder. BIM helpt door faalkosten te verminderen, de planning te verbeteren en de inzet van arbeid te optimaliseren;
- Duurzaamheidsvereisten – Naarmate eisen rondom circulair en energiezuinig bouwen strenger worden, en opdrachtgevers meer transparantie verlangen over materialen, energieverbruik en levensduur, wordt BIM onmisbaar;
Aannemers geven bovendien aan dat in 42% van hun BIM-projecten het model aan de klant wordt overgedragen – een teken van een bredere verschuiving richting levenscyclus-denken, iets wat alleen maar belangrijker zal worden naarmate duurzaamheid en onderhoudsplanning centraler komen te staan.
Conclusie
Niemand beweert dat BIM eenvoudig te implementeren is. Maar de cijfers tonen aan: de investering zit vooral aan de voorkant, terwijl de opbrengsten op lange termijn volgen. BIM is geen tijdelijke hulpbron, maar een strategische omslag – weg van ad-hoc oplossingen, richting proactieve planning.
De Europese aannemersmarkt blijft nog gefragmenteerd in het gebruik van BIM, maar de beweging is ingezet. Steeds meer bedrijven stappen in, vooral in landen waar digitalisering, prefab en duurzaamheid het bouwlandschap hertekenen. Dus als uw organisatie opnieuw kijkt naar de dagelijkse aanpak: BIM kan u tijd, kosten en chaos besparen. En dat is nog maar het begin. Het hoeft geen alles-of-nietsverhaal te zijn. Alleen al starten met een slimmere aanpak maakt het verschil.
Wilt u BIM van dichterbij bekijken? Neem gerust contact met ons op. Wij bieden blogs, webinars en verdiepende rapporten die u helpen te bepalen hoe BIM past binnen uw volgende stap.

Lees verder

Verse inzichten staan klaar
Onze relevante rapporten
Bekijk onze meest recente marktrapportages voor de bouw-, installatie- en doe-het-zelfmarkt, gebaseerd op solide kwantitatief onderzoek.
Bouw
Doe-het-zelf
Installatie
Speciale rapporten