

Marktrapport
Duurzaamheid in de bouwsector
Ontdek hoe de bouwsector duurzaamheid omarmt. Vind inzichten over het verminderen van afval, het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en het bouwen aan een betere leefomgeving.
Blogs I gepubliceerd 09 June 2025 I Dirk Hoogenboom
5 Trends in de Bouwsector voor 2026 en Verder
De gesprekken in bouwketen, supply chain-vergaderingen en architectenstudio’s in heel Europa worden diepgaander. Ze gaan minder over of het goed of slecht gaat met de zaken, en meer over wat de sector waarschijnlijk zal bepalen in 2026 en daarna – de blijvende druk, de haalbare kansen en de beslissingen die binnenkort genomen moeten worden.
2024 eindigde met geschokt vertrouwen door arbeidstekorten, hoge materiaalkosten, terughoudende klanten, inflatiedruk en energievolatiliteit. Dit alles bovenop een afzwakkende vraag en uitgestelde investeringen. Maar hoewel de indicatoren – op zijn zachtst gezegd – teleurstellend waren, is het onderliggende verhaal genuanceerder… en voor wie goed kijkt, leerzaam. Laten we het van de basis bekijken.
1. Markt Overzicht
De bouwsector stagneerde niet alleen in 2024… hij kromp. En Europa voelde de rimpelingen. Wat verschilde was de mate van krimp en het relatieve succes in het verzachten van de klap. Jaar-op-jaar veranderingen in bouwvolumes waren negatief in de meeste grote markten: Duitsland noteerde -4,5%, Frankrijk -4,4%, Polen -4,3%, terwijl enkele markten positief bleven (Italië 0,2%, het VK 1,2% en Spanje 2,5%).
De oorzaken waren systemisch: hoge rentetarieven, dure materialen, krappe arbeidsmarkten en geopolitieke onzekerheid. Dit raakte vooral de nieuwbouwactiviteiten hard, terwijl renovatie het beter deed dankzij regelgeving en energie-efficiëntieprogramma’s.
Enkele meewind in 2025
De vooruitzichten voor 2025 verbeterden licht, maar zeker niet uniform. Duitsland, Frankrijk en Polen zullen waarschijnlijk verder krimpen, terwijl Spanje naar verwachting 4% groeit, Italië 2% en het VK 1%. Wat zijn de drijfveren?
- dalende rentetarieven stimuleren de vraag naar nieuwbouw
- een sterkere renovatiemarkt
- een stijging in duurzame verbeteringen
- lagere materiaal- en bouwkosten
- verwachte toename van overheidsuitgaven
Toch blijft het totaalbeeld voor 2025 er een van gematigde verbetering, geen heropleving.
2. Arbeidstekort – Een structurele uitdaging
Arbeidsdruk neemt niet af, en de meeste bouwbedrijven beschouwen het niet langer als een cyclisch probleem, maar als een chronische operationele beperking. Het wordt actief meegenomen in planning, prijsstelling en leveringsmodellen. Het tekort aan vaardigheden is geen speculatie. Het is meetbaar en wijdverspreid; bijvoorbeeld:
- Duitsland: 89% van de schilders en 76% van de installateurs meldt arbeidstekorten
- Nederland: 69% van de architecten en 67% van de aannemers
- Italië: 47% van de schilders, 37% van de installateurs
Wat ligt ten grondslag aan dit tekort? Een harde demografische realiteit. Slechts 21% van de beroepsbevolking is jonger dan 42, en meer dan 54% behoort tot Generatie X of Babyboomers. De neveneffecten nemen toe:
- kostendruk – uurtarieven stijgen, wat leidt tot duurdere bouw
- capaciteitsknelpunten – langere doorlooptijden en minder flexibiliteit
- productiviteitsverlies – door mismatch in vaardigheden en haastige inwerktrajecten
- innovatiestagnatie – hoge werkdruk leidt tot focus op de korte termijn
Toch is het niet allemaal negatief. Er is een toename in mechanische oplossingen (robotica, automatisering, AR/VR, mechanisch spuiten/printen). Prefab wint aan populariteit als manier om risico’s op de bouwplaats te verminderen. Aannemers bieden betaalde training aan en formaliseren onboarding om het personeelsbestand te herstellen. De markt corrigeert zichzelf niet, maar projecten worden wel anders opgezet, bemand en uitgevoerd.
3. Prefab – Nog steeds een veilige gok
Prefabgebruik is afgevlakt door een afname in nieuwbouwvergunningen, niet door gebrek aan interesse. Minder nieuwbouw betekent minder schaalvoordeel. Gebruik door architecten steeg van 28% (2021) naar 33% (2025); aannemers van 24% (2024) naar 27% (2025). Het is een opwaartse trend – geen terugval, maar een tijdelijke dip. Op lange termijn wordt de logica van prefab sterker.
Arbeidstekorten dwingen aannemers snellere en efficiëntere bouwmethoden te zoeken. Prefab beantwoordt die behoefte. Het vermindert werkdruk, drukt kosten en versnelt uitvoering. Vandaag wordt prefab vooral toegepast in panelen, secties en standaardmodules. Geavanceerde vormen zoals plug-and-play of volledige volumetrische eenheden blijven zeldzaam vanwege ontwerp- en logistieke beperkingen.
Gebruik is sterk in:
- Nederland (47% architecten, 42% aannemers)
- België (46% architecten, 32% aannemers)
- Spanje (30%+ van alle projecten)
Frankrijk en het VK blijven achter.
Voordelen prefab:
- tot 90% minder materiaalverspilling
- groei in houtgebaseerde oplossingen
- hogere industrialisatie verhoogt schaalbaarheid, efficiëntie en duurzaamheid
4. BIM en digitale adoptie vlakken af
BIM wordt al jaren gepresenteerd als dé oplossing voor coördinatieproblemen en inefficiëntie. De praktijk is genuanceerd: ja, het wordt erkend en gebruikt – maar vaak niet optimaal.
45% van architecten gebruikt BIM regelmatig, maar bij aannemers slechts 10%, installateurs 11%. Voor een tool die samenwerking moet bevorderen, is dat beperkt. Grootte van bedrijven speelt mee: 76% van bedrijven met >40 werknemers gebruikt actief BIM, bij microbedrijven slechts 32%.
BIM werkt – als je het goed gebruikt
52% van de omzet van architecten komt uit BIM-projecten, bij aannemers 45%. Het verbetert coördinatie, vermindert fouten en verhoogt controle. Maar:
- 89% gebruikt BIM enkel voor 2D-plannen
- 82% voor basisvisualisaties
- slechts 32% gebruikt 4D-planning
- 31% doet 5D-kostensimulatie
- iets meer dan 40% gebruikt duurzaamheidssimulaties
Belemmeringen? Niet de software, maar training, cultuur en structuur. BIM moet gezien worden als platform, niet slechts als tekentool.
5. Duurzaamheid – Gaan we echt groen?
Duurzaamheid is overal aanwezig – in aanbestedingen, klantgesprekken, subsidies. Maar uitvoering en investering blijven achter.
In Nederland zegt 71% van bedrijven actief duurzaam te bouwen, in het VK 65%. Duitsland, Spanje en België volgen. Polen blijft echter steken op 24%. Het probleem is niet bewustzijn, maar investering.
In 2020 had 34% van duurzame projecten budget om hun doelen te halen. In 2024 was dat 27%, met een verwachte daling naar 22% in 2030. Ondertussen stijgt de vraag naar duurzame bouw. Resultaat: meer moeten doen, met minder middelen.
Materiaalkeuzes maken verschil:
- bio-isolatie: 18%
- zonnepanelen: 15%
- hergebruikte materialen: 14%
De komende 5 jaar:
- +25% toename in houtgevels
- +37% in natuurlijke isolatie
- -33% gebruik polystyreen
- -22% HPL
- -4% PUR/PIR-schuim
Technieken zoals:
- urban mining: 56% kent het, slechts 10% past het toe
- materiaallabels: 70% kent ze, 18% gebruikt ze
Druk neemt toe. Regelgeving maakt sommige keuzes verplicht, en klanten stellen scherpere eisen.
Conclusie
2025 brengt geen radicale omslagen – maar eerder het besef van structurele uitdagingen.
Arbeidstekorten blijven. Oplossing? Automatisering, prefab, gerichte training.
BIM en digitale tools leveren echte winst, maar vereisen investeringen in mensen en processen.
Duurzaamheid is onvermijdelijk, maar moet financieel en strategisch gedragen worden.
Wat betekent dit? Slimmer plannen, beter coördineren, technologie optimaal benutten en realistische budgettering. Kortom: kennis.
Wil je dieper in de trends duiken of specifieke marktdata? Bekijk de rapporten van USP – afgestemd op elke schakel in de bouwketen.
